Een kleine oase: Atelier van Hanna Mobach

 Uitzicht uit Hanna's voormalige atelier tijdens het vijfjarig jubileum van Werkplaats Molenwijk op 30 september j.l.

De onderstaande passage komt uit: Sietske Roorda, Kunst in de Molenwijk, 2023
Zie ook: 
Boeklancering 'Kunst in de Molenwijk' in ‘de kleine oase’

Op een dag in 1976 liep een man met een klein koffertje door de Molenwijk. Waarschijnlijk merkte niemand in de buurt hem echt op, maar de adrenaline gierde op dat moment door zijn lijf. Maarten Houtman (1918-2011) had namelijk het grootste besluit van zijn leven genomen. Hij had zijn vrouw en comfortabele huis in Bilthoven verlaten, en liep nu naar de parkeergarage van de Handmolenflat. Hij klopte aan op de deur (van het huidige Werkplaats Molenwijk), en beeldhouwer Hanna Mobach (1934) deed open. Zij liet hem binnen en bood hem een kopje thee aan. Ze kende hem via haar werk aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU), waar zij keramiekdocent was. Hij was docent aan het Grafisch Lyceum in Utrecht, en de eerste zenmeester in Nederland. Nu zat hij tegenover haar in haar atelier. Hij was tot over zijn oren verliefd op haar, en verklaartde haar de liefde. Zij accepteerde.

Vanaf dat moment woonde Maarten samen met Hanna in haar atelierruimte naast de parkeergarage. Hun bed stond op een verhoging in een hoek, de rest van het atelier werd in beslag genomen door verschillende kleisoorten op pallets, grote sculpturen, en een keramiekoven die wel honderdtwintig centimeter hoog was. De vloer was gemaakt van stelcon platen, de auto’s stonden voor de deur geparkeerd en ’s winters zat je met elkaar rond de gaskachel je handen te warmen.

Voor Hanna vormde dat geen obstakel. “Ze ging helemaal op in haar kunst. Dat was haar leven,” vertelt haar goede vriend en websitebouwer Hein Zeillemaker. “Het was natuurlijk heel koud en vochtig in haar atelier, maar dat maakte haar niks uit.” Voor Maarten was het anders. “Hij was een stuk ouder dan zij. Er was een verschil van wel vijftien jaar”, valt Zeillemakers partner Klaaske Fokkens bij. “Maarten had ooit in een Japans krijgsgevangenkamp gezeten, dus die was heel gevoelig voor vocht.” Na een jaar afzien vonden ze een appartement in de Bovenkruierflat, waar ze allebei woonden tot Maarten in 2011 overleed, en Hanna in 2017 naar een verzorgingstehuis moest vanwege dementie.

Voeten Zuid-Noord (2002-2003) | Foto: Hanna Mobach

Tot die tijd bewandelde Hanna Mobach steevast haar eigen pad, dat zich grotendeels in de Molenwijk bevond. Hoewel haar man zenmeester was met vele leerlingen, behoorde zij daar niet toe. Ook op andere momenten in haar leven koos ze haar eigen weg. Mobach’s tijd in de Molenwijk wordt daarom gekenmerkt door onafhankelijkheid, gedrevenheid, kennis over haar vak, en natuurlijk de liefde van haar leven. 

Hanna werd in 934 geboren als telg van de familie Mobach, bekend van de keramiekfabriek. De fabriek bestaat al sinds 1895 en is gelegen aan de Kanaalweg in Utrecht. Het bedrijf staat vooral bekend om de handgemaakte manshoge vazen in modern design. Zowel Hanna’s vader Klaas als haar broer Bouke werkten in het familiebedrijf, dat nog altijd in handen van de familie Mobach is. Hanna koos echter voor het kunstenaarschap. Ze studeertde kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht, deed een postdoctoraat bij Ateliers ’63 in Haarlem, en werd hoofddocent keramisch beeldhouwen aan de HKU. 

Foto: Ingrid Bakker, 2006

Toch bleef haar voornaamste materiaal gelieerd aan haar familie: klei. Beeldend kunstenaar Joop Haring, die vanaf 2000 een paar jaar de atelierruimte naast Hanna huurde, heeft warme herinneringen aan zijn buurvrouw. “Zij heeft me veel verteld over het materiaal klei, en hoe je daar het beste mee om kan gaan. Ze had natuurlijk veel expertise als lid van de familie Mobach. Ze had enorm veel verstand van soorten klei en waar je op moest letten. Zo heb ik van haar een nieuwe techniek geleerd. Het lijkt op het aanbrengen van glazuur op aardewerk, maar is eigenlijk een soort kleislib, terra sigilata. Dat kreeg een loodzwarte kleur als je het bakte. Ik maak er nog steeds gebruik van, dus ze heeft wel degelijk invloed gehad op mijn werk.” 

Haring herinnert zich haar zachte, bijna fluisterende stem, waardoor hun inhoudelijke gesprekken haast meditatief werden. Hij omschrijft haar manier van werken als volgt: “Wat mij bij haar opviel was dat ze een prachtig intuïtief beeld maakte, en aan het einde richtte ze zich op de details. Zij had een heel gevoelsmatige aanpak, terwijl ik juist werkte vanuit een concept. Daardoor had ze een hele andere manier van kijken naar dingen, en dat vond ik wel bijzonder. We hebben het vaak met elkaar gehad over dat andere perspectief op dingen.” 

Daarnaast noemt Haring het werk Voeten Zuid/Noord (2001-2002) dat in het atelier stond. Het is een kunstwerk dat bestaat uit een groep keramische platte voeten aan stakerige benen, die allemaal één richting uitlopen. Op haar website beschrijft Mobach hoe het werk Voeten in eerste instantie ontstond uit het lopen in de bergen en de verbinding met de aarde. “Toen de groep groot genoeg was om een landschap te zijn, drong zich ook het beeld van vluchtelingen op. Vandaar de toevoeging ‘Zuid-Noord’," schreef ze. 

Freelance curator en kunstcriticus Anne Berk, met wie Mobach nog altijd bevriend is, nam dit kunstwerk en een paar anderen op in haar tentoonstelling Body Talk: De Nieuwe Figuratie in de Nederlandse Beeldhouwkunst van de Jaren Negentig (2004) in Museum Beelden aan Zee in Scheveningen. Berk vertelt dat ze eigenlijk een generatie ouder was dan de andere kunstenaars en hoe belangrijk deze tentoonstelling voor haar was. In de bijbehorende catalogus schreef ze over Mobach’s werk: “Figuratief en non-figuratief wisselen elkaar af, maar zijn steeds terug te voeren op de menselijke emotie en het gebaar dat daar uitdrukking aan geeft, zonder dat die emotie expliciet wordt gemaakt.” Het werk van Mobach blijft dus ongrijpbaar, maar er zit een voelbare spirituele component in haar werk, dat te maken heeft met de aarde, de mens en tijdelijkheid. 

Dat ongrijpbare van haar werk moet op de een of andere manier nieuwsgierigheid gewekt hebben in de Molenwijk, want op een gegeven moment werd er weer bij Hanna aangeklopt. Deze keer niet op de deur. “Er was een groep jongetjes die daar voetbalden en die met veel plezier tegen de ramen de bal schopten”, vertelt Zeillemaker. “Op een gegeven moment ging het glas stuk. Toen heeft Hanna besloten ze in haar atelier uit te nodigen, om ze te laten zien wat er achter die ramen gebeurde.” 

Foto: Ingrid Bakker, 2006

Wat de kinderen in die mysterieuze atelierruimte naast de parkeergarage ontdekt hebben, is precies wat fotograaf Ingrid Bakker, tevens leerling van Maarten Houtman, in haar foto’s van ateliers van oude kunstenaars probeert vast te leggen. In haar foto’s stap je even in de wereld van de kunstenaars die ze voor haar lens heeft. In haar foto's van Hanna's ateliers zie je dat ze een van de stelconplaten uit de vloer heeft laten halen, om een groene tuin te creëren met daarin een vijvertje. En hoe ze haar kleine sculpturen heel precies in de ruimte heeft geplaatst. Bakker omschrijft het atelier van Mobach als een spirituele omgeving. Ze voegt eraan toe: “Het was vreemd om dat atelier te fotograferen, want het was voelbaar dat het niet meer gebruikt werd. Eigenlijk was ik net te laat.” 

Na het overlijden van Maarten in 2011 begon Hanna’s geheugen langzaam achteruit te gaan. Dat zorgde ervoor dat ze steeds minder in haar atelier komt. Ze greep terug naar een ander medium, waar ze ook veel in gewerkt had: tekenen. Iets wat ze vanaf haar vroegste jeugd al graag deed. Het is in de laatste jaren dat ze in de Molenwijk woonde dat ze haar blik liet rusten op de omgeving, en de natuur van de Molenwijk voor de eerste maal een inspiratiebron voor haar vormde. Ze begon de elzenkatjes hangend aan de bomen na te tekenen. Met een paar nauwkeurig geplaatste lijnen wist ze de kwetsbaarheid van deze bloesem van de els te vangen. 

Die eenvoud is ook terug te zien in haar enige kunstwerk in opdracht: Nieuwe Naatje (1972). “Het is zo anders dan haar vrije werk dat ze het meer als een bijproduct beschouwde”, vertelt Zeillemaker. Toch is het kleine bronzen beeldje van een jonge vrouw, dat je aan de Marnixstraat ter hoogte van de Bullebaksluis kan vinden, haar bekendste werk. Zeillemaker schreef er een speciaal blog over. Mobach maakte het beeld ter ere van het 700-jarig bestaan van de stad Amsterdam en ter vervanging van de Oude Naatje die ooit op de Dam stond.[1] De Naatje van Hanna staat daar met een rechte rug, borst vooruit, handen in de zak en haar neus in de wind. Dat ene kleine beeldje belichaamt in één oogopslag alles wat heel Amsterdam is of zou willen zijn: trots, ludiek en een tikkeltje eigenwijs.

Uit: Sietske Roorda, Kunst in de Molenwijk, 2023 

____________________

[1] ‘Naatje’ (officieel ‘De Eendracht’) stond tussen 1856-1914 op de Dam in Amsterdam. Het monument werd opgericht ter ere van de tevergeefse Tiendaagse veldtocht in 1830-31 tijdens de Belgische Onafhankelijkheidsstrijd. Al snel raakte het beeld in verval en kreeg het de bijnaam ‘Naatje’ (waarschijnlijk vanwege de inscriptie ‘NATIE’ op de sokkel). Hierdoor is de uitdrukking ‘’Het is naatje” of “naatje pet” ontstaan, dat betekent “het is waardeloos”.